Gedichten

Herfst, afscheid en begin

Bij herfst denk je afscheid
Maar tis eigenlijk een begin

De bomen geven hun zaadjes
En daar zit alles in

In mij groeit iets
Wat het is
Ik weet het niet

Het is zo pril
Zo stil
Het vraagt alleen om warmte
En ik dek het toe
Tis als een nieuw zieltje
Zo breekbaar want het weet nog niet hoe

Daarom moet je voorzichtig zijn
Ook als je denkt wat ben ik sterk
Want misschien heb je
Zonder dat je het weet
Al zo’n nieuw zieltje in je
Wat anders zomaar breekt

© Evelien  Gargasch 1998

Al-Bard, Kou

Laat je gevoel binnen
Heet je geluk welkom
Heet je verdriet welkom
Laat je gevoel binnen
En er is geen plek meer voor de kou

© Evelien Gargasch 2007

Vrijen en keuken

Soms kan ik zo lekker vrijen
Met mijn eigen man
Dat ik denk dat het met niemand anders zo lekker wezen kan
Maar dan

Is ’t weer het verwaarlozen van de keuken
Weken en weken lang
En is er niets belangrijkers
Dat ik me voorstellen  kan
dan lijkt me
Alles beter dan mijn eigen man

Aan inspiratie

raak me
een vleugje
een zweem
een een
een heel klein rillinkje
of klein klein trillinkje

mag klein zijn
zo klein
zie twijfel komt
of wat er wel was

of het die adem was
van buiten
of
misschien was
het iets van binnen
je kan zoveel zelf verzinnen

zo klein
zo sterk
zo prachtig
als het deelt wordt het machtig
en machtig en machtig
alsof het er altijd al was

raak me ermee aan
adem me in
neem me op
laat me gaan
al is het maar een vleugje
een rillinkje
een klein klein trillinkje

 en maak me
bestaan
dankjewel alvast

Rijk

Jij droomt wel van miljoenen winnen
Denkt dat het mij niets doet
Maar ik kan ook best verzinnen
Wat ik daarmee moet

25ste verjaardag van een niet begrepen meisje

Nu ik vijfentwintig ben
Ben ik goed voorzien
Een strijkplank in rood en wit gekregen
En een paraplu bovendien

hoe
kan ik
stil leven
het leven duurt maar even
en in stilte
lijkt het dood
en bang ben ik
even
dat ik door de stilte
mijn leven zal geven

maar dat duurt niet lang
en dan
voel ik
dan zie ik
en komt
de stilte tot leven
heel even
de stilte leven

© Evelien Gargasch

Stilleven van een kopje en een kan

zit
een ziel
in de kamer
moe geklutst
rondrennende gedachten
razend, gierend tot stilstand geremd
door een kopje
KLEIN KOPJE
LICHTBLAUW
en KAN

Open ontvangen
blauw klein Kopje en Kan
in een zonnestraal
de tijd

de Tijd
in ziel verborgen
in woelende onrust
op zoek
en even vindt het
een plek
los
van die ziel bevrijd
komt tijd tot leven 

eigen
stil leven
in
Kopje en Kan

Tijd 
gestilde tijd 
in
een glimp van eeuwigheid

© Evelien Gargasch

En als de bloemen sterven

En als de bloemen sterven
de aarde verdroogt
de zeeën zijn gestegen
als alles wat leeft
is opgehouden te bewegen

Waar gaan we dan heen?
Of beter
Waar zijn we dan gebleven?

Hebben we nog een bewust zijn dan?
Zal onze liefde nog bestaan?
Alle liefde die ooit op onze aarde was
Zal die energie weer leven geven
Een nieuw bestaan
In een ander heelal
Ver hier vandaan ?

Heelt de liefde al
Is de liefde bron van leven?

© evelien 2008

Herfst

Herfst is regen
Herfst is wind
Herfst is verlangen
te worden bemind

Herfst is koffie
Natte jassen in een café
Genieten van slapen
In bed met boek en tv

Ambities verdwijnen
Met wind en met storm
Komt dromen van een kind
En nestdrang enorm

Lekker loom zitten peinzen
Door het natgeslagen glas
Mensen kromgebogen met paraplu
Die denken
Als ik ook maar binnen was

Plannen maken en dingen bedenken
Maar je niet laten verstoren
Om ook maar iets te gaan doen

Mijn wereld
Komt nu niet van buiten maar van binnen
Verstild
Steeds meer
En niets doe ik

Niets
En dat is
Genoeg en

© Evelien Gargasch 1998

Afscheid

ik hoor je droeve tonen
zie je saamgeknepen ogen
je saamgeperste lippen

ik voel mezelf slechts door een waas
ik wil schoppen, slaan,
vrijen, schreeuwen
me helemaal laten gaan
in jouw lichaam
een traan
ik weet
tzal niet meer komen
toe, druk me nog wat dichter
tegen je zachte wangen aan
toe ga nu, ga nu dan weg
lach niet, huil niet
zeg niets,
ik moet je laten gaan

Weefsel en binding

Je zakt
niet door de aarde
of vliegt er niet van af
door een onzichtbaar weefsel

Schering en inslag
gebouwd van zielen
met wie je je verbonden voelt
bindt geen ziel je meer

Dan TSJAK

Knal je naar beneden
Verdwijn je in het zwarte gat
Of probeert je nog te redden
Houdt je vast aan waar je in gelooft
Aan de liefde waar je op wacht

De grote liefde waarin je gelooft
Waardoor je je eenzaam voelt
Omdat ze zeggen dat die niet bestaat
Dat je een dom meisje bent als je daarvoor gaat

Je bent aan het zweven zeggen ze
Ze trekken  je aan beide benen weer op de grond

Denken ze
Maar ze duwen je naar beneden

Weefsel en binding 2

Je zakt niet door de aarde
Door een bontgekleurde lap
schering en inslag
druk, vol, te veel
knoop op knoop
valt over je heen

de binding is te sterk
je hapt naar lucht ze trekken aan de draden
er schiet er een los
die vliegt je naar de keel
spring spring
anders worden het te veel

© Evelien Gargasch

Mannentest

Eerlijkheid?  Okay
Kleur ogen?   Okay
Aaibaarheid?  Okay
Aandacht?       Okay
Vrijen?             Okay
Afwassen?        Nee
Weg ermee

Stilte vangt Tijd

Stilte vangt Tijd
of
Tijd vangt Stilte
of

het is toevallig gelijktijdigheid
en
ontsnappen ze
juist samen
in een adem
uit de eeuwigheid

een adem van eeuwig
leven

© Evelien Gargasch

Heimwee

Ik heb alle verwachting
van me afgeworpen
en nu
is het stil
zo stil
ik zit
middenin
een kring van
ijl
ijdel
ijle lucht
vol van ijdele hoop
vervlogen

vervlogen
herinnering
vol verwachting
voor de toekomst
was het nog maar gisteren
was ik nog maar vijf 

En als de bloemen sterven
de aarde verdroogt
de zeeën zijn gestegen
als alles wat leeft
is opgehouden te bewegen

Waar gaan we dan heen?
Of beter
Waar zijn we dan gebleven?

Hebben we nog een bewust zijn dan?
Zal onze liefde nog bestaan?
Alle liefde die ooit op onze aarde was
Zal die energie weer leven geven
Een nieuw bestaan
In een ander heelal
Ver hier vandaan ?

Heelt de liefde al
Is de liefde bron van leven?

© Evelien 2008

At-tawhid, Eenheid

Soms beleef ik het
Even

Meestal onverwacht
Zoals in het zwembad

Alleen
Op een ongemakkelijk plastic stoeltje

In koud zwempak,
Nat

Kijkend naar zes kindjes
Die thuis stil zaten op de bank,
Droog, warm,
Hun kopjes laag,

Geen lachje niks

En nu
Als plantjes
Opleven van het water
Ze lachen, bewegen
Zijn gelukkig vergeten de tijd

Komen alleen bij mij
Om te plassen
Te drinken
En te eten

En even
Ben ik er
Alleen maar om te zijn
En verder op te gaan

In het grote samenzijn
Het grote geheel
Zijn, vormen en opgaan,
Een glimpje eeuwigheid,

In Eenheid

© Evelien Gargasch 2007

Stilleven

zo stil
is het leven
anders niet

stil
is het
altijd maar even
stilte

kleur zonder klank
het woord
wordt tot klank

stil
de klank
zegt niets
maar stil
blijft still

stil
omdat ik weet
wat stil is

Ik zou lekker eten willen

Ik zou lekker eten willen
En mijn poets weer terug
En een vakantie in de zon
En jij een weekendje weg met kind
En een mooi fornuis
Een atelier
Een extra huis
Een bad
Een auto en lekker op stap
Misschien toch een espressoapparaat
En o, toch nog een huis in de stad

En een nieuwe school voor ons kind
Precies voor hem op maat
En een leuke vaste oppas
Die er is van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat

En een keyboard
Een kleine vleugel
Al het onkruid uit de tuin
Nieuwe handdoeken
En veel nieuw ondergoed
En nieuwe beha’s meer dan twee 

Een nieuwe joggingbroek
Nieuwe vazen
O ja, ook leuk
Nieuwe glazen
Nieuwe theepot die niet lekt

En een paar planken in de kast
Verfje op de muren
Misschien een nieuwe kast
Goede gordijnen, ombouw om de verwarming
Tafel voor in de tuin
Boeken kopen als ik zin heb 

Dat en nog meer dingen,
Dat is mijn  droom
mascara, concealer, bloemen, truitje, gympen….

Maar een miljoen is wel wat veel

Zwart, Rood, Angst, Dood en moederschoot

mijn hoofd is leeg
ik weeg niks meer
tranen zijn opgehouden te stromen
ik kijk
in mijn ogen
en zie rood, prachtig rood
naar de randen vervaagd
en ik zie
lege stilte

hoe is het zo gekomen
zo gelukkig en zo
intens verdrietig
zo eenzaam en zo koud
zo oud al en toch zo klein
zo klein
hulpeloos

zo oud en nu pas vrij
vrij en ik wil
dood
laat de ellende maar komen
ik ontvang je
in het diepe donker
van mijn ziel
angs

ik geef me over
pak mijn slechte ziel
alsof ik dood ga
en ik voel ik sterf
en er is toch nog iets
een hartslag, een kaal leven
wat doorgaat
omdat het leven is

mijn hoofd is leeg
ik weeg niks meer
ik voel
hoe alles is gekomen
hoe het zwart bezit van me heeft genomen
het grote angstige zwart
met al die herinneringen
al die schaamte,
mijn berouw en mijn haat
mijn verwijt aan mij en elke verkeerde daad
mijn verwijt van gebrek aan volmaaktheid

al dat zwart is over me heen gezakt
en het ontvangt
mijn huilen
mijn schreeuwen
gehijg en gedraai

ik was zo bang voor dat zwart
mijn hart klopte zo snel en zo hard
was bang dat ik er nooit uit zou komen
en oh god
de mensen konden me horen
maar het kwam
pas langzaam
besefte ik
dat het er was
dat ik het
of het mij
had opgenomen
en ik was
ik leefde
met kloppend hart
het zwart had mij niet verzwolgen
het had mij erdoor laten gaan

als een zwarte bloedende moederschoot
een benauwde gang naar leven na de dood

adem
een  ziel herboren

You cannot copy content of this page.